18. Hendrik de Roovere van Rode
Uit het boek "Geschiedenis van Sint Oedenrode", 1972
door W. Heesters en Dr. C.S.M. Rademakers
Een oud verhaal, opgetekend rond 1450, vermeldt enkele boeiende bijzonderheden over deze Hendrik van Rode. Hendrik was voogd van twee dochters (Aleida en Maria)van zijn oudste broer Arnulf (Arnout). De twee dames in kwestie waren vroom en zij schonken uit haar vaderkijk erfdeel goederen aan de kapittels van Sint Oedenrode, Hilvarenbeek en Oirschot. Oom Hendrik was het daar absoluut niet mee eens, want “t’selfde maeckte die Heerlyckheyt van Royen seer kleyn ende arm”.Hij trok dan ook met verwanten en vrienden naar de Meiereij en hield daar gruwelijk huis. Twee kanunniken van Sint Oedenrode werden gedood en daarom moesten de daders van deze aanslag de vlucht nemen. Zij werden voor hun leven uit Brabant verbannen. Enige van hen trokken naar het land van Brugge, anderen, onder wie Hendrik van Rode, gingen naar het land van Utrecht. Door toedoen van de Hollandse graaf Floris V stond de bisschop van Utrecht, Jan II van Sierck toe, dat Hendrik in het huwelijk trad met de erfdochter Maria van Montfoort en beleend werd met het kasteel van Montfoort. Zo werd Hendrik de Roovere van Rode in 1260 de stamvader van het geslacht der burggraven van Montfoort, die drie molenijzers in hun familiewapen voerden De burggraven van Montfoort
De burggraven van Montfoort
Uit het boek ” Mierlo zijn oudste heren en hun familie”
door Hans Vogels
In de 15e eeuw ontstond er bij burggraaf Jan II (± 1448) behoefte om zijn stamboom te boek te laten stellen. Deze familie-overlevering verscheen in 1726 nog eens in drukvorm en komt neer op het volgende. Bij graaf Floris (V van Holland) was een edele man geheten Hendrick van Royen, zijn oudste broer was gestorven sonder sonen maar met twee dochteren die drie halve canonisyen stichtten, een tot Royen, een tot Hilderbeeck en een tot Oorschot. Door de stichting van de drie kerken was er geen geld over in de Heerlijkheid Royen en bovendien moest Hendrick met zijn magen de Meijerij uit omdat twee canonicken waren dood gebleven, sommige gingen naar Brugge, anderen naar de Sticht. Graaf Floris wilde dat de bisschop van Utrecht aan Heer Hendrick van Royen zou geven de enige dochter van Montfoort en aldus zette de bisschop Hendrick van Royen op den huyse van Montfoort.
In 1957 verscheen er een proefschrift van de heer M.P. van der Linden over de rol en de positie van de burggraven van Montfoort in het politieke spanningsveld tussen de graaf van Holland en de bisschop van Utrecht. Hij kwam op basis van archiefmateriaal tot de conclusie dat het familieverhaal niet helemaal klopte. Hendrik I genaamd Rover, de eerste burggraaf, had als ouders een Roelof genaamd Rover en een Odilia van Montfoort. Ook de manier waarop Hendrik genaamd Rover burggraaf geworden was klopte niet. Als dit verhaal een kern van waarheid bevat zal het de lotgevallen van vader en zoon verwarren. Roelof trouwde wel bij de Montfoortse familie in, al was het niet met de burggravin zelf. Kwam hij dus uit Royen, dat wil zeggen Sint Oedenrode? Ook de naam “de Rover” en het wapen, drie molenijzers in rood op zilver, schijnen te wijzen in de richting van verwantschap met de Heren van Rode.