30. Abdij van Postel I

door Th. Ign. Welvaarts (kanonik-regulier dezer abdij)

Lijst der oversten van Postel tot 1879 (blz. 289)

XVII. Henricus van Stakenburg 1354

In 1354 werd hij pastoor te Oerle (dekenaat van Eindhoven) waar hij den 30 juni 1359 overleed 1).
Onder zijn bestier moest Postel jaarlijks 200 Rijngulden aan Floreffe betalen voor zijne afhankelijkheid van deze abdij.

1) Van de adellijke familie van Stakenburg wordt gesproken in de “Jurisprudentia heroica > van Chrystyn bl. 117, 135 en 195. Van deze familie is nog het volgende vermeld: Gerlach de Roovere, heer van Stakenborch gaf in 1243 een deel der tienden van Someren aan Postel. Zijn zoon Willem de Roover, ridder, heer van Stakenborch  en Lierop gaf in 1266 den molen van Someren, die van zijne heerlijkheid van Stakenborch afhing, aan het klooster van Postel. Zijn zoon Willem de Roover nam den naam van Stakenborch , was heer van Escharen, Asten en Lierop en gaf woensdag na O.L.Vrouw Geboorte in 1306 het jus patronatus der kerken van Asten en Lierop aan Postel. Hij overleed te Postel in 1307 en werd in het koor der kerk aldaar begraven onder een schoonen zerk met zijn effigie en vier kwartieren van adeldom. Zijne vrouw Margaretha van Boisschot bevestigde deze gift met hare drie kinderen dan XVII kalender van october. Hun zoon Jhr. Hendrik van Stakenborch, ridder, heer van Asten, Escharen en Lierop ondernam de reis naar het H. Land, bij zijne terugkomst trad hij in de abdij van Floreffe, werd later de XVII overste van Postel. Dit klooster werd door hem mild begiftigd, waardoor een groot proces ontstaan is tusschen zijner broeder Willem en Jan van Perweys, XVIII overste van Postel. Hij heeft zijne drie heerlijkheden verkocht; zijn wapen is: drie lazuren molenijzers op een gouden veld.De marktgraven van Boisschot en de graven van Brouckhoven en Bergeik stammen van deze familie af. Mathieu van Boisschot, van het huis van Stakenborch pleite in 1455 tegen het huis van Postel en verloor zijn geding. De XVII overste van Postel was zijn over-oudoom.

***

Bron: Geschiedenis der Abdij van Postel naar hare eigene archieven (deel 1 en 2)